5 vragen aan Lieve Jaspaert van Stad Mechelen
Lieve Jaspaert is afdelingshoofd van de dienst marketing en communicatie van de Stad Mechelen. Waar haalt zij voldoening uit? En naar welke organisatie kijkt ze op? Leer Lieve beter kennen in 5 vragen.
1. Naar welke organisatie kijk je op?
Vanuit mijn professionele blik heb ik wel waardering voor Wablieft. Zij brengen nieuws en boeken in een duidelijke en begrijpelijke taal en helpen organisaties om hun communicatie te vereenvoudigen. En dat is nodig, want we onderschatten vandaag nog steeds hoe moeilijk het soms is voor een doorsnee Vlaming om teksten en kranten te lezen, laat staan voor anderstaligen. Hoe Wablieft consequent actuele informatie beschikbaar en toegankelijk maakt, dat vind ik heel mooi en relevant.
Het inspireert me ook in mijn eigen job. Bij alles wat we doen en schrijven, zijn we bewust bezig met de woordkeuze en de lengte van het artikel. Ons infomagazine ‘De Nieuwe Maan’ bijvoorbeeld is zo geschreven dat alle inwoners het kunnen lezen, ongeacht hun leesniveau.
Bij alles wat we doen en schrijven, zijn we bewust bezig met de woordkeuze en de lengte van het artikel.
- Lieve Jaspaert
2. Wat is de grootste blunder uit je carrière?
Dat is ongetwijfeld het persmoment van Brugge 2002 Culturele hoofdstad waar ik toen werkte als persverantwoordelijke. Het toppunt van dat event ging onze artistieke film zijn die we samen met de creatieve cel in elkaar staken. Echt een film om trots op te zijn.
Nu, dat persevent ging door in de gotische zaal in het stadhuis in Brugge en die zaal is niet te verduisteren. Een uitdaging dus om iets te projecteren, maar er was me verzekerd dat dat in orde ging komen.
Maar natuurlijk … van de film was uiteindelijk niets te zien. Je hoorde wel de tekst en de muziek, maar je zag slechts flarden aan beelden. En dat in een volle zaal met journalisten, sponsors en zelfs internationale partners. Dat waren echt de langste 10 minuten van mijn leven. Ik ben nadien een hele grote Straffe Hendrik gaan drinken met mijn collega’s. Al heeft het niet alles weggespoeld. Zodra ik een project heb waar er projectie bij komt kijken, test ik alles 2 tot 3 keer (lacht).
3. Wat is het mooiste moment van je loopbaan tot nu toe?
Een blijvende herinnering is toch wel de Kortom-nominatie voor ‘beste communicatieteam’ in 2019. In een lokaal bestuur heb je altijd de verhouding en het spanningsveld tussen de politiek en de administratie. Je probeert als teamverantwoordelijke daar zo goed mogelijk een brug te slaan. Dat lukt, maar dat is soms wel met vallen en opstaan. Die nominatie was voor ons een externe erkenning en waardering voor wat we doen. Dat betekent wel iets. We hebben de prijs uiteindelijk niet in de wacht gesleept, maar dat was voor mij ook niet het belangrijkste.
4. Waar haal je voldoening uit op je job?
Als ik mijn loopbaan bekijk, dan is er toch een constante: bezig zijn met mensen. In team samenwerken, vreugde en verdriet delen, mijn voelsprieten kunnen uitsteken, successen delen en hindernissen wegwerken … daar haal ik heel veel energie uit. Het verplichte telewerk valt me daarom ook wel zwaar. Ik mis het om mijn collega’s dagelijks te zien, ongepland te netwerken en bruggen te slaan in de wandelgangen, of tot creatieve ideeën te komen in de koffiehoek.
5. Wat brengt de toekomst voor het communicatievak volgens jou?
Echt inclusief communiceren, dat is volgens mij de grootste uitdaging. We moeten durven meer doelgroepgericht te communiceren en rekening houden met de noden naargelang leeftijd, taligheid, mogelijke beperkingen ... We zijn er altijd van uitgegaan dat we dezelfde communicatie naar alle burgers moeten brengen omdat iedereen gelijk is en we van iedereen hetzelfde verwachten. Dat is natuurlijk gewoon niet zo en ik vind dat we daar een openheid in moeten creëren.
Op dit moment spreken we doelgroepen vooral aan via intermediairs, maar uiteindelijk zijn het ook altijd dezelfde mensen waar we op moeten terugvallen en dat kan eigenlijk niet. We moeten netwerken detecteren en uitzoeken wat werkt voor het ene netwerk en wat voor het andere. Hoe en via welke tools bereik je die mensen? Doelgroepgericht werken moet in sommige situaties echt wel kunnen en dat moet ook structureel gebeuren. Eventueel zelfs met anderstalige communicatie. Met de coronamaatregelen is dat voor het eerst echt aan bod gekomen en wat mij betreft moeten we dat kunnen doortrekken.